Op jonge leeftijd maakte ik een spannende tijd in mijn leven mee. De spanning in
ons gezin werkte ik onbewust uit in een tekening. Dat gebeurde heel spontaan.
Het was een opdracht van school en het onderwerp was bloemen. Deze opdracht was
gekoppeld aan een tekenwedstrijd, waar alle scholen van de stad Nijmegen aan mee
mochten doen.
Alle kinderen/adolescenten in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar deden mee en de tekeningen
werden op school gemaakt. Totaal ruim tweeduizend tekeningen!
De kinderen/adolescenten waren in drie groepen verdeeld. De tekenwedstrijd werd
georganiseerd n.a.v. het 10-jarig bestaan van de Vrije Academie in Nijmegen.
Ik herinner me nog dat mijn tekening (wascokrijt op papier) in korte tijd klaar
was. Ik tekende heel snel verschillende bloemen in de kleuren rood, geel en
groen en omlijnde de bloemen met zwart. De achtergrond was lichtblauw
(luchtpartij) en naar beneden toe veranderde e.e.a. in een lichte aardetint.
Over de hele tekening bracht ik om de bloemen veel zwarte schaduwen aan. Het is
een heel expressieve tekening geworden, waarbij de kleuren van de bloemen
(groen, geel en rood) een mooi helder contrast gaven t.a.v. de zwarte
schaduwen.
Ik was heel tevreden over de tekening en voelde me goed.
Toen ik een aantal weken later een uitnodiging toegestuurd kreeg om bij de
bekendmaking van de winnaars van de tekenwedstrijd aanwezig te zijn in het
Waaggebouw in Nijmegen, wist ik niet wat mij te wachten stond. Mijn moeder en
ik zaten in het publiek en ik hoorde bij de eerste categorie (leeftijd 6 tot 10
jaar). De inleiding en de bekendmakingen werden gedaan door Professor
Asselbergs, alias Anton van Duinkerken, een bekende Neerlandicus uit die
periode, die zich veel bezig hield met kunst.
Begonnen werd met de eerste categorie. Toen bij de eerste prijs mijn naam genoemd werd,
wist ik in eerste instantie niet wat ik hoorde. Ik was een verlegen meisje,
moest naar voren komen en was zo verbluft en ontroerd tegelijk, dat ik bijna
geen woord uit kon brengen.
Nu, vele jaren later, kan ik mijn tekening analyseren. En weet ik dat de intuïtieve
onbewuste expressie in de tekening eigenlijk een noodkreet was van dat moment,
die niet gehoord werd, maar voor mij wel in energie voelbaar was tijdens het
tekenen. Of deze expressie in mijn tekening meegespeeld heeft voor de keuze van
de eerste prijs van de eerste categorie, valt natuurlijk niet te achterhalen.
Helaas is de tekening niet bewaard gebleven. Er is ergens in die tijd een brand
ontstaan in het gemeentearchief van Nijmegen waar de tekening opgeborgen lag. Gelukkig
heeft de leerkracht van onze klas, voordat de werken opgestuurd werden, van
alle tekeningen een foto gemaakt en heb ik dus nog een aandenken, maar het is
een zwart-wit foto waar de mooie heldere kleuren helaas niet op te zien zijn.
Links sta ik met mijn tekening in de hand in het klaslokaal. Rechts sta ik samen met
Professor Asselsbergs, die aan mij een diploma, een bronzen penning waarin mijn
naam etc. gegraveerd is en een doos oliepastels geeft. Die foto stond de
volgende dag in de krant De Gelderlander, editie Nijmegen.